Vanirn Home PageVanirn
Vlag van VanirnVanirn
 

 

Samenleving en technologie
Vanirn is een hoogtechnologische samenleving die toch menselijk is gebleven. Nieuwe communicatiemogelijkheden zouden hierin een belangrijke rol gaan spelen, zo was de gedachte bij het ontwerp van Vanirn in 1978-1980, en zo kreeg Vanirn in die jaren het Information Access-systeem, gebaseerd op grote computers. Telefonie, radio, televisie en informatie op elk gebied werd daarin geïntegreerd. Kort samengevat moest Information Access ervoor zorgen dat bijna alle informatie altijd overal beschikbaar is, en altijd en door iedereen beschikbaar kan worden gesteld. Kennis is dus altijd overal bereikbaar, hoewel niet altijd gratis; Information Access is in Vanirn op commerciële basis ontstaan. Maar commercieel of niet, de samenleving zou met zo'n systeem een nieuw elektronisch-technologisch bereik krijgen.

En in die late zeventiger jaren leefde het idee dat Vanirn 50 jaar voor zou zijn op de situatie op Aarde. Mooi niet dus, zo blijkt nu. In de tachtiger jaren voltrok zich op Aarde de PC-revolutie die computers binnen ieders bereik bracht, en in de negentiger jaren kreeg Internet bekendheid met het World Wide Web.
Toch is het tijdsverschil groter dan het aantal jaren dat sinds 1978 verstreken is. Dit heeft te maken met de menselijke maat. Mensen kunnen niet zomaar grote ontwikkelingen in één keer verwerken, dat accepteert men gewoon niet. Hierdoor kan een technologische revolutie alleen stukje bij beetje door een samenleving geabsorbeerd worden. Dus zelfs als de techniek beschikbaar is, gaan er nog jaren overheen voor het algemeen gebruikt wordt. Het moet in stapjes gepresenteerd worden, waardoor men in alle rust de mogelijkheden kan verkennen en aan de gevolgen kan wennen.

Mogelijkheden en gevolgen
Het aardige van een 'denkmodel' is dat het je vroegtijdig doet wennen aan mogelijke nieuwe ontwikkelingen, zodat je je ook kunt gaan bezighouden met de volgende stap: de mogelijkheden en gevolgen voor de samenleving. Het aardige van een fictief land is dat je de samenleving ervan met die mogelijkheden en gevolgen kunt 'opzadelen' en kijken waar dat toe leidt. Bijkomende aardigheid is dat je niet weet hoe het land er over enkele jaren maatschappelijk bij staat. Bij het in de gaten houden van de werkelijkheid kan immers blijken dat je ernaast zit en dan moet er iets bijgesteld worden. Zo wordt het land nog net echt ook, en zal blijken dat het geen ideaalstaat is. Maar dat terzijde.

Mogelijkheden
De mogelijkheden van Information Access zijn legio. Een greep: men kan zich bijvoorbeeld een onbeperkt aantal radio- en televisiezenders voorstellen. In Internet-termen: nog een jaar of vijf en elke homepage kan films bevatten. En live-beelden, als je het combineert met telefonie via Internet. Elke homepage van elke jandoedel is dan in principe een zender. De hoeveelheid onzin tussen de zin zal niet meer van de lucht zijn, maar dat is niet erg. Het hoort bij de pluriformiteit die elke gezonde samenleving moet hebben.
Ook het elektronische referendum wordt vanzelfsprekend, althans technisch. Politiek is dit een moeilijker kwestie, omdat dit het belang van politieke partijen kan ondermijnen. Het politieke spectrum wordt door de technische mogelijkheden veel diffuser, omdat lobbying een geheel nieuwe dimensie krijgt. In Vanirn heeft het tot een politiek landschap geleid waar politieke partijen nauwelijks meer een rol spelen.

Gevolgen
Op Aarde zijn er Internet-adepten die denken aan het einde van nationale staten. Zij beweren dat nationale staten opgevolgd zullen worden door een elektronische wereldsamenleving. Maar deze cyberfantasten negeren de kracht van nationale culturen en het menselijke 'Blut und Boden'-gevoel. Op Internet is al een trend ingezet naar meer nationale, regionale en zelfs lokale informatie. Dat dat allemaal wereldwijd te lezen is, zal de schrijvers een zorg zijn.
Tegelijkertijd worden de ideologische verschillen tussen politieke partijen steeds kleiner (verkiezingsprogramma's en paars kabinet in Nederland, New Labour in Engeland, een Frans verkiezingsdebat waarbij de opponenten halverwege stilvielen omdat ze ontdekten dat ze het voor 90 procent eens waren). Nieuwe media zullen deze trend versterken.

Andere gevolgen zullen zich voordoen in het bedrijfsleven. Met nieuwe technologie als Internet, of Information Access, kan er efficiënter gewerkt worden. Bedrijven en organisaties, profit of non-profit, streven tegenwoordig allemaal naar Exceptional people only"meer doen met minder mensen". Maar daarmee wordt iets over het hoofd gezien: de kwaliteit wordt steeds slechter. Mensen staan bijvoorbeeld heel interessant met een draagbare telefoon de voice-mail box van een ander te bellen. Daar wordt een land niet echt welvarender van. In feite sta je nog steeds in een rij, net als vroeger in de Sovjet-Unie. Wat is er nou eigenlijk moderner geworden? De samenleving heeft de nieuwe technologie nog niet echt geabsorbeerd. Er wordt slechts verder gemechaniseerd. De technologie zelf speelt de hoofdrol, de mogelijkheden ervan blijven ongebruikt.
Als die mogelijkheden ten volle benut worden, komt het veranderingsproces op gang. Bedrijven die het laten bij koud saneren, lopen de kans van een koude kermis thuis te komen. Hun klanten zijn immers mensen, en die willen als mens behandeld worden. Hier ligt een kans. Er is steeds minder dom werk te doen, dus bijna alle medewerkers van een bedrijf kunnen zich bezighouden met werk van hoger niveau: klanten bedienen, ze adviseren, begeleiden, enzovoort. Loketten langer open, politie die de burger dient in plaats van haar eigen administratie, thuiszorg met meer zorg voor de patiënt dan voor het eigen wel en wee (nu is het omgekeerd), meer aandacht voor gebruiksgemak en vormgeving van producten want productiekwaliteit is geen punt meer, noem maar op.

De technologie verborgen
Elk bedrijf heeft nu nog een kapitaal aan medewerkers in huis. Dit is kapitaal in de positieve zin van het woord: ervaren medewerkers met wie het prettig werken en zakendoen is. Het wegwerken van medewerkers reduceert een bedrijf tot een machine. Bedrijven die dit laten gebeuren kunnen op termijn een concurrentiestrijd verliezen tegen hun minder mechanistische tegenstrevers, die wel de kans grijpen menselijker te zijn. In Vanirn hebben ze de kansen die Information Access biedt gegrepen, hetgeen bijgedragen heeft aan de hoge welvaart van het land. Die bestaat niet zozeer uit technologie, als wel uit de mate waarin de technologie verborgen kan blijven.
Een moderne auto symboliseert dit. Hoe moderner de auto, hoe minder je ervan merkt als je erin rijdt. In een moderne luxe auto hoor je de geavanceerde motor nauwelijks meer. Er is ook steeds minder onderhoud nodig. Je kunt je helemaal richten op het doel van het rijden. Als je de auto koopt, kun je je richten op de mate waarin hij aan je wensen moet voldoen in plaats van op de vraag of hij morgen nog wel zal starten.

Toch zit er een keerzijde aan deze medaille. Het voorbeeld van de auto geeft het al aan: er is minder onderhoud nodig.
Als iedereen zich kan richten op intelligenter werk, op een 'intelligenter', wereldser bestaan, wat gebeurt er dan met de eenvoudigen van geest? Die kloof wordt onmiskenbaar groter. Ook in Vanirn, want het is een universeel principe.

De informatiesamenleving
In de jaren '70 pleitten Nederlandse vakbonden en socialisten voor een zo groot mogelijke toegankelijkheid van alle informatie voor zoveel mogelijk lagen van de bevolking. De drempel voor universitair onderwijs moest verlaagd worden (met name financieel) en universitaire faciliteiten moesten iedereen ten dienste staan. Een nobel streven, bedoeld om de 'arbeiderslaag' de kans te geven hogerop te komen. Maar slechts een klein percentage is dat ook gelukt, omdat de anderen gewoon niet in staat zijn al die academische informatie tot zich te nemen, laat staan naar waarde te schatten.
Kijk, ik zit op Internet!Als je een Internet zou hebben dat voor iedereen gemakkelijk te bedienen is, zonder je met allerlei computerperikelen bezig te moeten houden en zonder veel gezoek, dan komt alle informatie binnen bereik van iedereen, zoals vakbonden en socialisten wensten. Maar dan komt ook een hardere samenleving voor de minder slimmen dichterbij. Het is niet zozeer dat zij erop achteruit gaan, maar dat de anderen er harder op vooruit weten te gaan. Het verschil wordt merkbaar groter. Maar wat kun je eraan doen? Wie een oplossing weet, mag het zeggen. Wil iemand er eigenlijk iets aan doen? Interesseert het iemand?

Het aardige van een toekomstmodel is dat je vroegtijdig dit soort vraagstukken kunt zien aankomen. Daarvoor hoeft het model niet precies juist te voorspellen. Dat kan ook niet, want voorspellen blijft een bezigheid onder grote onzekerheid. Het punt is dat ruim op tijd een aantal interessante "What-if"-vragen kunnen worden gesteld. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als just-in-time levering voor iedereen, virtuele merken en vloeibare organisaties gemeengoed zijn?
Nadeel is dat de meeste vragen voor de meeste mensen nog 'te ver weg' zijn. Men kan zich er nog te weinig van voorstellen. De sprong is gewoon te groot voor mensen die zich er niet eerder mee hebben beziggehouden en die dus nog niet aan het idee zijn gewend. Geofictie kan helpen die sprong te nemen.
Nu krijg je meestal een discussie pas echt op gang als een ontwikkeling al onomkeerbaar is ingezet. Overheden maken hier wel eens gebruik van (Betuwelijn), terwijl het juist de taak van een democratische overheid zou moeten zijn de discussie vroegtijdig mogelijk te maken.

Intussen kunnen we de techniek zelf gerust aan de werkelijkheid overlaten, want die loopt in hoog tempo op de Vanirnse werkelijkheid in. En kunnen we ons in Vanirn weer met andere zaken bezig gaan houden. Was daar op het eiland Bhojo, daar aan het eind van de Fakira Railway in Cape Fakira, niet een terrasje bij het station waar je kunt bijkomen na een lange stoffige treinreis van 15 kilometer?

Naar boven © Vanirndesign, 1997 - 2002.
'Ik zit op Internet' is afkomstig van HUMO.