GELD!
LOUCHE - Hoezo uit het westen geen nieuws, zoals wel eens wordt beweerd? Toch
zou het zomaar kunnen, want Louchont-Quivine ligt oostelijk van Malafida. En
daar, beste lezer, kunt u getuige zijn van moord, vluchtelingen en klinkende
munt. De Louche Lari. Rien ne va plus!
Dojen hebben het moeilijk Subtiel opgejut echter door de fluitende staatsradio, zeker nu die niet meer
zo centraal gestuurd wordt vanuit La Magne maar geleid door de ogenschijnlijk
brave maar vrij sluwe journalist H. Larousse ( “ik wil mijn voornaam niet
in de krant alleen maar fluitend op de radio”) lijkt men zich in Marianne
steeds openlijker tegen de Dojen te keren. De Dojen zouden ‘jarenlang
de regering hebben geïnfiltreerd’, ze zouden ‘de invasie van
machtige mogendheden in een verzwakt Marianne hebben helpen voorbereiden’
door ‘onder andere de moord op Chucki Märklin’ en daarbij ‘vrouwen
en kinderen niet ontzien’ omdat ze ‘nooit iets doen om een catastrofe
te voorkomen’ en ‘geen oog hebben voor de zwakkeren in de samenleving’.
Maar er zijn ook lichtpuntjes voor de Dojen. Een initiatief om in oorlogsgebied een zogenaamde ‘Dojenster’ te
dragen om de status van onschuldig burger te benadrukken en dus minder kogels
aan te trekken, bleef steken in slechts ‘de goede bedoeling’ (die
van mij dus, benadrukt initiatiefnemer N.V.D. UItdenboomgaard, woonachtig op
een hete camping te Eintpunt). Dan doet de industriële regering van het kleine land Mondufu het heel
wat beter. Beseffende dat Dojen soms snel opklimmen tot succesvolle grootondernemers,
startte de regerende Raad van Bestuur een reclamecampagne “Dojen zijn
leuk!” om kansrijke Doje-vluchtelingen aan te trekken. En dat lijkt
te lukken, want het kleine Mondufu heeft al enkele honderden Dojen verwelkomd,
ruim 10 procent van de aantallen die naar veel grotere landen als Malafida en
Ringoord zijn uitgeweken. En last but not least, zelfs H. Larousse trok recentelijk een boetekleedje
aan. “Dat verband met de moord op Märklin was onbedoeld”, zo
liet hij weten. “Wij zijn een neutrale zender en willen niet als extreem-politiek
te boek staan”.
Met de recente
strubbelingen in Marianne, krijgt ook de kleine
minderheid der Dojen die daar altijd onopvallend heeft geleefd, het
opvallend moeilijk. La Magne liet de Dojen begaan, maar trok zich tegelijkertijd
van hun lot weinig aan. Dojen waren nooit zo geliefd onder de rest van de bevolking,
die de neiging had de Dojen de schuld te geven van alles en nog wat. Was er
ellende, dan had een Doje er vast wel de hand in gehad. Zelfs van stinkende
UIen kreeg een Doje de schuld als die aanwezig was - alleen al door zijn aanwezigheid
- en zo probeerden fanatUIkelingen de Dojen te margUInaliseren. La Magne keek
in zo’n geval bij voorkeur de andere kant op. Maar de Dojen werden verder
met rust gelaten en zo konden zij zich betrekkelijk ongestoord wijden aan de
handel (meest met Malafida en Zjiriwocky, hoewel de laatste jaren ook Ringoord
in opkomst is) en het vervaardigen van bijzondere edelstenen die het hele continent
over gaan. Geen stenen edeler dan die uit Louche! Geen huwelijkscadeau kostbaarder
dan een sierbak stenen uit Colportage!
Wat Dojen feitelijk te maken hebben met de moord op Märklin, werd door
de staatsradio heel slim in het midden gelaten. Het verband was gelegd en dat
was het wat in de hoofden van de luisteraars moest blijven hangen.
Langzaam, onopvallend maar zeker werd zo een klimaat van een zekere onderhuidse
hekel aan Dojen geschapen. Een journalist uit Pason stelde zelfs dat er sprake
was van “Dojenhaat”, waarop de man werd uitgenodigd voor een interview
op de staatsradio, maar na het interview werd hij in het radiostudiopark doodgeschoten.
Dat zou zijn gedaan door ‘Dojen die niet willen dat zij te veel in de
publiciteit komen’, aldus de staatsradio, die aan een nader onderzoek
nooit heeft meegewerkt. De dader werd gepakt en liet weten ‘op te komen
voor de zwakken in de samenleving’.