Notizia di Malafida - overzichtNotizia's
MalafidaMalafida
Vorige nummer
Nr. 27
Notizia di Malafida, Nr. 28
Nr. 29Volgende nummer

Nr. 28, herfst 1914 GJ (november 2001).
Redactione: Via della Sera 107-117, La Piovra di Santina, Malafida. Redattore: Bianco Rossulini.

Georgio Soros houdt rede in Oblizn
Het heeft Booggodfather Georgio Soros behaagd tijdens een vredesrede in de Kanselarij van Oblizn het volk zelf op de hoogte te brengen van de laatste vorderingen van de Boogcoalitie der vredesgenoten in naam van veiligheid en welvaart. Daarbij was Soros onverwacht openhartig. "Er zijn lieden die mij beschouwen als opportunist, hoerenloper en gokker? Zij hebben gelijk! Want wie geen kansen grijpt en een gokje waagt, die zal niet winnen en is de ware dief - van de eigen voorspoed, van Lari's én die van anderen. In plaats van te onderdrukken, wat alleen maar geld kost, leggen wij kansen te grijpen voor eenieder die ze kan krijgen. Kort geleden nog is in dat goede kader een handelsroute met Tómóbec geopend zodat nu ook in ons deel van het continent tussen de Oceana Panorama en de Mediterrane rijkdom gebracht kan worden voor eenieder die ertoe doet!"

 
Invloedssferen rond de Boogregio
 

Soros noemde verder nog het feit dat de Malafidische vredesmacht geleidelijk wordt vervangen door Tilias-soldaten. "We kunnen niet voor altijd blijven leunen op van verre afkomstige legers. Een leger van het eigen volk is beter zodra dat haalbaar is". Ook noemde Soros een idee om Raneken (Reinhäcken) tot stad van internationaal overleg te maken, en roemde hij de expeditie van zijn troepen over de enorme rivier de Sahude en langs de kust naar Painemünde, Preuden en Wäschetonne. Daar kwamen zij Big Leader Tang-Pharken te hulp tegen plunderende Eluiponkinmilities. Die milities werden verdrongen richting Transphormatië, waarbij tevens Eluiponkin-watermilities ter zee werden geïsoleerd die begonnen waren de eilanden ten noorden van Wäschetonne te terroriseren, waaronder het Malafidische eiland Isola Decima. De naburige eilanden Turor, Ranui en het Blauwe Eiland zijn in verband hiermee preventief ingenomen door de Malarina Militare met troepen uit de Boog en knalschutters van veldheer Tang-Pharken. Ook richtte de Malarina Militare zich samen met Cartaanse schepen op een blokkade die de zeemilities voor de goede havenstad Arkoscita hadden gelegd. "De grenzeloze brutaliteit! Bestrijden zullen wij allen die handel en kansen frustreren", aldus Soros.
"Moge de Lari met ons zijn, met het gappitalisme en fascinisme, met ons Midden-Onkas, met onze vredesgenoten en met onze mooie stad!" zo eindigde Soros zijn toespraak, waarop donderend applaus volgde. Behalve uw verslaggever waren er blijkbaar nog veel meer Larilieden in de zaal, maar daarover kunnen wij verder geen mededelingen doen.

Tâli Bin Lâden onvindbaar maar in contact met Rûb Al Khâli
Tâli Bin Lâden is een succesvol omitisch leider van de bevrijdingsbeweging Nag'Ma Free in het verscheurde land Nag'Ma Hyi. Hij hielp de boeren van de stad Khûtab hun khûtabvelden te ontdoen van Mariannische soldaten die ontzet het hardlooppad kozen voor zo ver ze dat nog konden. Bin Lâden heeft daarna contact gezocht met mollâh Amor, omitisch lord de guerre en gesluierd vrouwenjager in de stad Mhâ Whûllâ. Mollâh Amor zou vertegenwoordiger ter plaatse zijn van omâm Rûb Al Khâli, die tot een Dji-Haat heeft opgeroepen, een heilige oorlog om alle vijanden van Nag'Ma Hyi uit het land te verdrijven, "eruit te fruiten" zoals de vrijheidsstrijders zeggen. En de boeren bij Khûtab hadden dat heel letterlijk genomen: een aantal Mariannische soldaten werd in de vlammen geworpen van de khutabvelden die zij zelf hadden aangestoken. De vrijheidsstrijders stonden versteld van de stank van de UI die nog in de magen van de brandende soldaten zat, maar mollâh Amor zelf zou vol trots gezegd hebben zijn stad in het kader van de Dji-Haat "schoongefroten" te hebben.
Doel van de ontmoeting van Bin Lâden en de mollâh zou zijn geweest de krachten te bundelen voor de vrijheid van Nag'Ma Hyi, onder andere door het opleiden van TaliBOM-strijdgroepen. Plaats van de ontmoeting zou zijn geweest de half vernielde basilUIk van de stad Mhâ Whûllâ, nu omgebouwd tot Omietenklooster, maar daarover kunnen wij gezien de versluierde manier van optreden van Bin Lâden weinig mededelingen doen.

Gigaschip wordt kweekvijver
Het onfortuinlijke schip de Teutanic, dat vastligt voor de kust van de Mariannische havenstad Pason, blijkt weer bevolkt te zijn. Het volkje op het schip heeft op het enorme dek plaxiglas gespannen dat wind tegenhoudt maar zonlicht doorlaat. Vanaf de kust is met een scherp oog te zien hoe daaronder steeds meer groen groeit, en dat een toenemend aantal kleine boten aan- en afmeert langs de lange boorden van het schip. Over wat zich binnen afspeelt kunnen wij slechts mededelen welke geruchten erover gaan, maar opvallend is de khûtab van uitzonderlijk hoge kwaliteit die tegenwoordig in achterkamertjes van de huizen achter de achtersteegjes in de achterbuurten van Pason verkrijgbaar is. De overheid, ook niet achterlijk, zou het echter gedogen omdat de khûtab een weliswaar verslavend doch goedwerkend middel is tegen de Gribusziekte die het achterland nog altijd teistert. Burgemeester Bau van Pason, afkomstig uit een achterbuurt van de Zjiriwockse stad Kotziek en dus kenner van armoede als geen ander, spreekt vol trots over de behaalde resultaten bij gribuspatiënten. Elders in Marianne spreekt men van "Baufraude" en van een schande en vermoedt men betrokkenheid van Tâli Bin Lâden, Malafidische godfathers en vogeltjes-moordenaars, de Lomanische anti-Mariannische beweging en zelfs internationale haatgroepen tegen UI, maar de burgemeester wil van dit alles niets weten. "Wij verbeteren onze patiënten, en laat de rest van het land dat ook maar eens doen", zegt hij. En dat is toch heel Zjiriwocks uitgedrukt.


Naar boven © Genootschap voor Geofictie, 2001.